Ik forceerde deze droom elke keer als er wel een enge, lelijke, verkeerde droom was. Als ik droomde dat ik achterna werd gezeten door een grote, enge, lelijke gorilla wilde ik wat anders dromen. Eerst droomde ik dat ik ging winkelen, maar elke keer zag ik die gorilla weer. In de etalage, in het pashokje, op straat. Misschien kon en andere droom er voor zorgen dat ik niet meer aan de gorilla dacht en dat ik niet bang hoefde te zijn. Ik heb aan van alles gedacht om te dromen. Hoe ik beroemd was en een optreden gaf voor heel veel mensen. Maar de gorilla stond tussen de mensen. Hoe ik in de kerk zat en gewoon luisterde. Maar de gorilla kwam over het gangpad naar de preekstoel gelopen.
Alleen als ik droomde van groene velden met zonnebloemen en paardenbloemen en madeliefjes waar ik door heen kon rennen met mijn blote voeten achtervolgde de gorilla me niet. Daar kon ik gewoon lekker slapen, zonder ergens last van te hebben, of bang voor te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten