zaterdag 22 december 2007

Zaterdag

Heb de laatste tijd veel berichten geschreven. Over dingen die ik heb meegemaakt, of wat ik in de les doe. En ik denk nu: Tja, Gister heb je ook al gepost, moet je dan nu nog wel iets schrijven, maar ik kan het gewoon niet laten! Als ik achter de computer zit, en mun mail is gecheckt, dan doe ik gewoon niets liever dan lekker wat wegtikken op mijn blog. Zoals nu. Misschien hebben jullie daar wel heel erg een hekel aan, als ik gewoon maar wat tik, dan moet je dat eerlijk zeggen hoor, dan zal ik het aankondigen. Nu wil ik een verhaaltje schrijven. Over het donker. Over witte sneeuw, rood bloed, groen gras. Over kou, warmte, liefde, haat. Niet lang en niet kort. Gewon wat schrijven, over een jongen, en een meisje, dansend in de sneeuw. Maar dat zou veel te voor de hand liggend zijn. Nee. Nu moet ik toch echt beginnen.

'Stop'
Ze stopt.
'Draai je om'
Ze draait zicht om.
Haar tranen omhullen haar ogen, die rood en klein zijn. Haar kleren hangen als vodden om haar tengere lijfje heen, haar armen stevig om haar heen geslagen. Haar sjaal wappert in de wind, als een reddend sein. Ze staat met haar rug tegen een betonnen muur. Naast haar staat een jongen. Zijn haren zijn wild geworden door de wind, zijn gezicht vies. Aan zijn handen zit bloed. Zijn eigen bloed. Schoenen heeft hij niet meer, alleen nog halve sokken. De jongen kijkt hard, zonder emotie. Af en toe draait zijn hoofd naar het meisje, en dan verschijnt er over het meisje een warme vloed. Ze horen bij elkaar. Dat zie ik. Ze houden van elkaar. Hoe vermoeid ze ook zijn, afgeslacht en in elkaar geslagen, op dit moment denken ze alleen maar aan de ander. Dat weet ik. In de hemel zijn ze bij elkaar. De jongen en het meisje kijken weer naar elkaar. Door hun tranen en verbeten gezichten glimlachen ze naar elkaar. De warmte kon ik zelfs voelen. Ze pakken hun handen, beide vies en kapot. Het meisje stort bijna in. Tranen lopen over haar wangen. De jongen helpt. Ik kijk om me heen. Waarom duurt het zo lang? Ik trek mijn jasje recht, de rijke lui komt eraan. Mijn geweer trek ik dicht tegen me aan, dat ziet er netjes uit. Dit is de eerste keer dat ik hier sta. Het is zwaarder dan ik dacht. Ik heb het wel eens eerder gezien. Maar nu sta ik er zelf. En het is eng. De jongen en het meisje kijken me aan als ik naar ze toe loop. Ik kijk naar rechts. Een jongen in het zelfde pakje staat naast me. Hij geeft geen kik, toont geen emotie. Hij heeft het vast vaker gedaan.
Het publiek begint te gillen. Tranen vullen mijn ogen. De jongen en het meisje zijn dicht bij elkaar gaan staan, beide naar elkaar toe. Wat hebben ze gedaan? Hoe kunnen 2 jonge mensen, die zoveel innige liefde voor elkaar hebben, iets verkeerd gedaan hebben? Waarom weet ik dit niet? Moet ik op iemand schieten die misschien niets verkeerd heeft gedaan?
ER gaat een arm omhoog, dat is een teken. Ik richt mijn geweer op de jongen en het meisje. Op het hart hebben ze gezegd. Maar hun hart mag niet kapot gaan. Het is zo mooi. Ik richt op hun armen. De buitenste. Ik kan bijna niet kijken, mijn ogen hebben zich gevuld met tranen. Mijn benen trillen. De arm gaat naar beneden. Een knal En daarna stilte..
Dit doe ik nooit meer, ik ga liever zelf dood

2 opmerkingen:

Martijn Johannes van den Berg zei

waauw! vet mooi Lydia, doe je egt goed! ik zou zeggen schrijf vaker dit soort dingen, tof dat je naarmate je verder leest, pas duidelijk word wat er gaande is, en zoals je dat door de ogen van de soldaat(een nazi?) schrijft.

misschien klein puntje: het was misschien leuker geweest als je als lezer wat meer te weten kwam over de tijd en plaats)

maar ga zo door zou ik zeggen:)

Lydia zei

tja
Ik zou ook wel willen weten welke plaats en tijd het afspeelt.
Ik heb namelijk geen idee..
Dat moet je maarin hoofdstuk 2 lezen..
Als dat er ooit komt
maar dank je:)