dinsdag 22 januari 2008

Eiland


Niemand is een eiland. Niemand kan in zijn eentje leven, zonder iets. Ik heb het geprobeerd. Ik was ziek van de wereld, vervreemd van de mensen die er op liepen. Dus ik ging op pad, om mijn eiland te vinden. Ik stopte met leven voor andere mensen, en vertrok. Ik nam niets mee. Ik vreesde niets, maar ik hoopte ook op niets. Ik zwierf over de wereld. Langs de uitgestrekte zeeën, met haar machtige golven. Ik zag alle vissen, schildpadden, dolfijnen. Ik hoorde de vogels over het water scheren. Mijn reis ging langs bergen met meters sneeuw, door bossen met meren en watervallen. Ik zwierf over velden en woestijnen, op zoek naar beschutting tegen de hitte. Ik zag het binnenste van de aarde uit vulkanen komen. Ik voelde de hitte overdag, de kou 's nachts. Maar ik kon het niet volhouden. Na 10 maanden geleefd te hebben in de wereld, moest ik vechten voor mijn leven. Hoe kon het zijn dat ik als mens niet op de aarde kon leven in eenzaamheid? Had ik dan echt de mensheid nodig? Gebroken vluchtte ik naar Canada. Ik begon te leven als mijn eigen eiland. Ik had geen familie, geen vrienden, geen kennissen. Niemand kende mij. Ik deed wat in ieders ogen onmogelijk was: ik was een eiland, omgeven van kilometers zee. Soms zag ik de overkant wel, maar nooit dacht ik dat het gras daar groener was.

Totdat zij kwam. Ze had de boot genomen en ongevraagd in mijn eiland gekomen. Misschien had ze niet door dat het Míjn eiland was. Het was de meest mooie vrouw die ik in tijden had gezien. Alsof ik als die tijd de wonderen van de natuur wel had gezien, maar het mooiste net miste. Hoe menselijk ze dan wel was, en hoe absurd ze ook deed op Míjn eiland, ze paste wel. Die vrouw maakte de natuur af.

Bijna elke dag kwam ze even in mijn eiland. Soms plukte ze een bloemetje, soms lag ze alleen maar in het gras, te genieten van de zon. Hoe kon het zijn dat ik deze vrouw niet wegstuurde, zoals ik bij vele andere wel deed? 'Dit is mijn stukje wereld' Zei ze op een gegeven moment, toen ik voorbij liep, nog steeds gefascineerd. 'Al die drukte in de wereld, ik had een plekje voor mezelf nodig.' Haar stem was als het geluid van het mooiste vogeltje. Als tijden had ik geen stem meer gehoord waar zoveel tevredenheid in zat. 'Dit is Míjn plekje' Zei ik stug. 'Al maanden ben je hier in mijn eiland, hoe kan het dan nog langer Míjn eiland zijn?' Ze keek geschrokken op, fronsde haar wenkbrauwen. 'Dit is jouw eiland?' Ik knikte. 'Waarom praat je dan met me?' Ik draaide me om. 'Niemand is een eiland, dat weettoch iedereen? Kom met mij mee, en ik laat je een wereld zien waarin iedereen een eigen plekje heeft, maar samen één geheel vormen.' Ik draaide me weer naar haar toe. Waarom gaf deze vrouw mij het gevoel alsof ze géén indringer was, waarom voelde het goed en vertrouwd?

Ze nam me mee, naar de overkant. Naar die grote wereld waarin ik het nog geen dag zou volhouden. Maar Zij leerde mij erin te leven alsof er geen mensen waren die je lastig vielen, maar waarmee je alleen maar het mooie van de aarde zag.

Nu is ze mijn vrouw. Samen zijn we één.

Niemand kan een eiland zijn. Daar is deze wereld niet geschikt voor. Nooit heeft één mens alleen geleefd. Wij zijn niet gemaakt om allemaal apart te zijn, maar samen een geheel te vormen. Eilanden vormen samen vaste grond.

1 opmerking:

Marjolein zei

wauw,
heel mooi
en heel waar
denk ik

Wil jij een deel van mijn eiland met mij delen?